Roofvogels


 

Start
Prestaties
Historie
Vlieghok
Kweekhok
Jonge duiven
Medische begeleiding
Teletekst uitslagen
Lossingsplaatsen
Roofvogels
Contact

 

Roofvogels

Ook in de winter laten we al onze duiven bijna dagelijks los. Dit doen we omdat ze dan beter in conditie blijven. Om u een indruk te geven van het verloop van deze training onder druk van vooral de havik, volgt hieronder een kort verslag.

In september 2003 ( na de wedvluchten) waren er 62 jonge duiven, geboren in 2003, op het hok aanwezig. Deze jonge duiven hebben in de zomer van 2003 aan 7 wedvluchten voor jonge duiven meegedaan. 
De verste afstand was Morlincourt in Frankrijk, 420 km. Op 1 na zijn alle jonge duiven van deze vlucht thuis gekomen.
In de maanden september 2003 t/m januari 2004, zijn deze duiven praktisch alle dagen bij huis losgelaten om te trainen. Dit gebeurde elke ochtend om + 9 uur. Bij het loslaten vertrok deze groep meestal als één geheel naar elders. Na 1 ½ à 2 uur vliegen komen de duiven terug en worden binnen gelaten en gevoerd. Waar de duiven naar toe vliegen bij het loslaten, is niet altijd duidelijk. De duiven verdwijnen uit het gezichtsveld en vliegen b.v. boven de bebouwde kom van het dorp De Blesse, dit is een afstand van 2 km vanaf het woonhuis.
Ik heb de indruk dat de duiven liever boven de bebouwde kom vliegen dan boven bos en open veld. De duiven vliegen vrij hoog, zodat ze een goed zicht hebben en hoger vliegen dan een eventueel aanwezige havik. 
Het gevaarlijkste moment is de terugkomst bij hun hok. De duiven zijn dan kwetsbaar bij het landen op het dak, en ze weten dit. Soms zijn ze erg zenuwachtig en dan is de havik meestal in de buurt. Het kan gebeuren dat ze weer opvliegen bij vogelalarm door zangvogel, lijster of kraai en angstig zijn om op het duivenhok te landen en naar binnen te gaan.

Er zijn een tweetal technieken van de havik om een duif te bemachtigen.

-         Hoogtetactiek: mannetjes-havik

-         Verrassingstactiek: meestal vrouwtjes-havik

Op het moment dat de koppel duiven hoger in de lucht vliegt dan de havik is er geen probleem. Maar wanneer dit andersom is dan breekt er paniek uit bij de duiven en de havik zal een duif uitkiezen die de koppel verlaat en zet de achtervolging in. Dit is de methode van de mannetjes-havik. Het veel zwaardere vrouwtje kiest voor de verrassingsaanval als de duiven op het dak van het hok zitten bij terugkomst van de training. De havik is bij deze techniek in het voordeel omdat ze al snelheid heeft en de duif moet vanuit stilstand beginnen te vliegen. Is de duif  (mits in goede conditie) eenmaal op snelheid dan is de havik kansloos.

Hoog in de lucht (hoogtetactiek) gebeurt hetzelfde. De havik buit zijn grotere hoogte uit om meer snelheid te krijgen dan de lager vliegende duif. Is de aanval in eerste instantie niet succesvol en vliegen ze op dezelfde hoogte, wanneer de havik dan weer de achtervolging inzet dan heeft de duif een goede kans om te ontsnappen. De havik schat in of hij een kans maakt. Dit hangt af van de hoek t.o.v. de koppel duiven en ook heeft de windrichting hiermee te maken.

Op het moment dat de havik de koppel aanvalt gaat deze met gigantische snelheid rondjes draaien en de zwakste duif, met de slechtste conditie, zal de koppel gedwongen moeten verlaten of uit de “bocht” vliegen. Deze duif heeft een grote kans gepakt te worden door de havik.

In de afgelopen 5 maanden zijn 6 jonge duiven (10%) verloren gegaan. Het is niet met zekerheid te zeggen dat deze duiven door de havik zijn gepakt, ze kunnen ook door andere omstandigheden de weg zijn kwijtgeraakt of zijn verongelukt. Echter de weg kwijtraken is onwaarschijnlijk omdat deze duiven van Morlincourt (420 km) wel zijn thuis gekomen.

De meeste duivenliefhebbers houden de duiven in de winter vast. Dit doen we niet omdat we de duiven graag in training willen houden.

De interactie tussen havik en duif heeft tot gevolg dat de duiven meestal in een perfecte vliegconditie zijn. Wanneer de duiven de hele winterperiode niet worden losgelaten worden ze in verhouding te veel gevoerd waardoor ze te vet worden. Ze kunnen hun “energie” niet kwijt.

Na de training van de duiven in de winterperiode is het bij het binnenlaten noodzakelijk om goed op te letten of de havik in de buurt is en bij eventueel gevaar weg te jagen door veel lawaai te maken.

 

Slechtvalk

Veel slechtvalken in Nederland zijn overwinteraars uit Scandinavië. Ze houden zich op in hoogspanningsmasten en hoge gebouwen.  Het aantal broedparen in Nederland neemt gestaag toe.

Slechtvalken zijn magnifieke vliegers. Ze kunnen in duikvlucht zeer hoge snelheden bereiken.

 

 

 

 

 

 

 

 

Ze vormen voor duivenmelkers een steeds groter probleem omdat het aantal broedparen de afgelopen jaren vertienvoudigd is. Half maart vertrekt een deel van de slechtvalken weer naar zijn broedgebied in Scandinavië.

 

Sperwer

De sperwer lijkt erg veel op de havik. Hij is echter een stuk kleiner en lichter.
Het mannetje jaagt vooral op kleine zangvogels en zal  zeker geen duif kunnen pakken. Het vrouwtje is echter wel in staat een duif "te slaan". Ze zal de duif ter plaatse moeten verorberen omdat ze niet sterk genoeg is om met de prooi weg te vliegen.

 

De Buizerd

De buizerd is één van de meest voorkomende roofvogels in Nederland en is totaal ongevaarlijk voor een duif , hij is niet in staat een gezonde postduif te pakken.

De buizerd komt in veel kleurvariaties voor. Van bijna wit tot donkerbruin. Je ziet de buizerd vaak langs de kant van de weg op een paal, loerend op z'n favoriete prooi de muis.

In de winter is hij zeer talrijk omdat onze eigen populatie gezelschap krijgt van soortgenoten uit Scandinavië.

 

 

 

 

 

 

 

 

U kunt een e-mail bericht met vragen of opmerkingen over deze website verzenden aan info@jellejellema.nl.
Copyright © 2002 Jelle Jellema
Laatst bijgewerkt: 30 maart 2024